ECLI:NL:RBDHA:2023:17099

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
AWB 22/4644
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanvraag verblijfsvergunning regulier voor zelfstandige

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd door eiser, die zich als zelfstandige wilde vestigen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was de verweerder in deze procedure. Eiser had op 7 juli 2022 bezwaar gemaakt tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag, maar dit bezwaar werd door de staatssecretaris niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb het beroepschrift ten minste de gronden van het beroep moet bevatten. Aangezien eiser geen gronden heeft ingediend, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft eiser op 2 augustus 2022 per aangetekende brief verzocht om binnen vier weken alsnog gronden in te dienen, maar hierop is geen reactie ontvangen. Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/4644

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [V-nr.] ,
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 7 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb bevat het beroepschrift ten minste de gronden van het beroep. Dat zijn de punten waarop degene die beroep instelt het niet eens is met het bestreden besluit.
2. Als er geen gronden worden ingediend, kan de rechtbank op grond van artikel 6:6 van de Awb het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Dat houdt in dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld. De rechtbank moet dan wel eerst een mogelijkheid tot herstel bieden.
3. Het beroepschrift van eiser bevat geen gronden. Daarom heeft de rechtbank bij aangetekende brief van 2 augustus 2022 aan eiser gevraagd om binnen vier weken alsnog gronden in te dienen. Op deze brief is geen reactie gekomen.
4. Gelet hierop is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, op 1 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.