ECLI:NL:RBDHA:2023:17101
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg op 19 april 2022 te horen dat zijn aanvraag was afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Hiertegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. Het bezwaar werd echter op 12 juli 2022 niet-ontvankelijk verklaard.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker het verschuldigde griffierecht van € 184,00 niet heeft betaald. Verzoeker had eerder de gelegenheid gekregen om een beroep op betalingsonmacht te onderbouwen, maar heeft hier geen gehoor aan gegeven. Ook na een herinneringsbrief op 2 juni 2023 heeft verzoeker het griffierecht niet voldaan.
Gelet op het niet betalen van het griffierecht en het ontbreken van een verontschuldiging voor dit verzuim, heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.