Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[eiser 2], V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2], verzoekers
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen de verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A.S. Sewman, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Aboulouafa, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 september 2023 uitspraak gedaan. De verzoekers hadden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvragen zijn door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Portugal verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen, conform de Dublin-verordening.
De verzoekers hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 september 2023 behandeld, samen met andere zaken. Tijdens de zitting hebben de verzoekers zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, terwijl de Staatssecretaris ook door een gemachtigde aanwezig was.
In de uitspraak van 19 september 2023, die ook betrekking heeft op de zaken NL23.22695 en NL23.22698, heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al een uitspraak is gedaan op de beroepen. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn daarom afgewezen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.