ECLI:NL:RBDHA:2023:17326

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
NL23.26059
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Algerijnse nationaliteit op basis van geloofwaardigheid identiteit en herkomst

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Algerijnse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 14 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 25 augustus 2023 is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 10 oktober 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen. Eiser heeft aangevoerd dat hij bij terugkeer in Algerije gevaar loopt vanwege problemen met de familie van zijn echtgenote, die hem niet accepteert. Hij heeft echter geen overtuigende bewijsstukken overlegd om zijn claims te onderbouwen. De staatssecretaris heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht, maar de problemen met de schoonfamilie niet. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd en onvoldoende bewijs geleverd om zijn asielrelaas te onderbouwen.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet onterecht heeft geconcludeerd dat de problemen met de schoonfamilie ongeloofwaardig zijn. Eiser heeft niet aangetoond dat hij een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.26059

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 november 2023 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. J.P. van Mulken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. M.M. Luik).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser is van Algerijnse nationaliteit en is geboren op [datum] 1994. Hij heeft op 14 juni 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 25 augustus 2023 deze aanvraag afgewezen.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 10 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van de staatssecretaris deelgenomen. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Het beroep is ongegrond. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag ten grondslag dat hij bij terugkeer in Algerije gevaar loopt. De familie van zijn echtgenote, [echtgenote] , accepteert hem niet. Hierdoor heeft eiser problemen met deze familie van zijn echtgenote Eiser en de familie van zijn echtgenote kregen ruzie. Een familielid van zijn echtgenote heeft eiser neergestoken, waardoor hij in coma raakte. Hierna is eiser gevlucht. Nadat eiser is gevlucht heeft de familie van zijn echtgenote de broer van eiser vermoord. Eiser heeft een dreigvideo ontvangen van zijn zwagers toen zij in Frankrijk waren terwijl eiser ook in Frankrijk was.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. problemen met de schoonfamilie van eiser
5.1.
De staatssecretaris stelt zich hierover op het standpunt dat de identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig zijn. De gestelde problemen met de schoonfamilie van eiser worden niet geloofwaardig geacht door de staatssecretaris. Daartoe overweegt de staatssecretaris dat eiser de gestelde problemen niet aannemelijk heeft gemaakt, omdat hij geen onderbouwende documenten of indicatieve bewijzen heeft aangeleverd. Ook heeft eiser tegenstrijdige verklaringen afgelegd en zijn de verklaringen van eiser summier en algemeen en daarom niet toereikend. Het geloofwaardig geachte element is verder volgens de staatssecretaris onvoldoende zwaarwegend om eiser aan te merken als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag of om aan te nemen dat hij een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. Op wat de staatssecretaris daartoe verder overweegt wordt hieronder – voor zover van belang – nader ingegaan.
Heeft de staatssecretaris de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser op de juiste wijze geloofwaardig geacht?
6. Eiser stelt dat het opmerkelijk is dat de staatssecretaris de identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig acht, maar dat er daarbij niet wordt uitgegaan van de door eiser aangedragen spelling en geboortedatum. Eiser heeft zijn geboortedatum en geboorteplaats na zijn aanmelding, maar vóór het nemen van het bestreden besluit gecorrigeerd. Eiser stelt dat het vreemd is dat de staatssecretaris geloofwaardig acht wat eiser hierover heeft verklaard, om vervolgens uit te gaan van de allereerst genoteerde spelling en geboortedatum, terwijl deze door hem worden tegengesproken. Eiser stelt dat de staatssecretaris in wezen dus zelf bepaalt welke gegevens hij over eiser geloofwaardig acht.
6.1.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris heeft terecht de gegevens overgenomen, zoals deze door eiser zijn overgelegd bij het indienen van zijn asielaanvraag. Als eiser die gegevens wil wijzigen, is het aan hem om aannemelijk te maken dat die eerder opgegeven gegevens niet kloppen. De staatssecretaris stelt niet ten onrechte dat eiser er niet in is geslaagd om de later door hem gecorrigeerde spelling en geboortedatum aannemelijk te maken. Eiser heeft geen authentieke originele documenten overgelegd. Eiser heeft slechts een foto van een paspoort en een geboorteakte overgelegd. Dat mocht de staatssecretaris onvoldoende achten, omdat eiser ook daarmee niet aantoont dat de gegevens die daarop staan de juiste gegevens zijn. Bovendien heeft eiser de gestelde geboortedatum uit zijn aanvraag bevestigd tijdens het aanmeldgehoor, waarin eiser aangeeft zo geregistreerd te staan in Algerije. Hierdoor heeft de staatssecretaris niet ten onrechte gesteld dat niet is vast te stellen wat de precieze geboortedatum van eiser is, en of deze geboortedatum anders is dan in de aanvraag is vastgelegd.
Mocht de staatssecretaris de problemen met de schoonfamilie ongeloofwaardig achten?
7. Eiser stelt dat de staatssecretaris de problemen met de schoonfamilie van eiser ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht.
Tegenstrijdige verklaringen
7.1.
Eiser betoogt dat de staatssecretaris hem ten onrechte tegenstrijdige verklaringen tegenwerpt. Eiser stelt dat de staatssecretaris hem ten onrechte in het kader van de problemen die hij heeft ondervonden met de familie van zijn echtgenote tegenwerpt dat hij tegenstrijdig zou hebben verklaard met betrekking tot zijn geboorteplaats. Niet valt in te zien waarom dat relevant is in het kader van de problemen met de familie van zijn echtgenote. Voor zover deze tegenwerping van de staatssecretaris wel relevant wordt geacht, stelt eiser dat er sprake is van miscommunicatie, waardoor hij eerst heeft verklaard dat hij in [plaats 1] is geboren en daar altijd heeft gewoond, om later te corrigeren dat hij na een jaar naar Oran is verhuisd en vanuit daar in 2016 uit Algerije is vertrokken. Die laatste verklaring klopt, maar de oma van eiser woont in [plaats 1] en eiser ging daar zijn hele leven vaak op bezoek. Eiser voert verder aan dat de staatssecretaris hem ten onrechte tegenwerpt dat hij tegenstrijdig verklaart over het hebben van een eerder huwelijk. Eiser kan zich allereerst niet herinneren dat hem de vraag gesteld is of het huwelijk met zijn echtgenote zijn eerste huwelijk was, maar ziet ook niet in waarom dat eerdere huwelijk relevant is voor de problemen die hij heeft ondervonden met de familie van zijn echtgenote. Eiser stelt verder dat de staatssecretaris hem terecht tegenwerpt dat hij tegenstrijdig verklaart over het moment waarop hij is vertrokken uit Algerije, maar wijt deze tegenstrijdigheid aan een vergissing bij de nabespreking van het aanmeldgehoor met zijn gemachtigde. Uitgegaan moet worden van de verklaring zoals die is gegeven in de correcties en aanvullingen op het nader gehoor, namelijk dat eiser in 2016 (en dus niet 2017) is teruggekeerd naar Algerije, daar ook in 2016 weer vandaan is gevlucht en via Spanje en Frankrijk naar Nederland is gekomen. De staatssecretaris werpt eiser volgens hem tot slot ten onrechte tegen dat hij aan de ene kant verklaard heeft dat de moordenaar van zijn broer is vrijgelaten, terwijl hij aan de andere kant later verklaart dat hij nog steeds in de gevangenis zit. Eiser is namelijk niet geconfronteerd met die tegenstrijdigheid en heeft daar daarom niet op kunnen reageren.
7.2.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn geboorteplaats. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling dat er sprake is geweest van een miscommunicatie. De staatssecretaris heeft in het aanmeldgehoor duidelijk aan eiser gevraagd wat zijn geboorteplaats is, waarop eiser aangeeft dat hij het langst in [plaats 1] heeft gewoond. [1] Dit wordt in de correcties en aanvullingen niet gecorrigeerd. Tijdens het nader gehoor verklaart eiser het langst in Oran te hebben gewoond. [2] Eiser heeft niet onderbouwd waar de door hem gestelde miscommunicatie uit bestaat. De rechtbank is bovendien niet gebleken dat er bij deze gehoren sprake is geweest van een miscommunicatie. Ten aanzien van de vermeende terugkeer van eiser naar Algerije stelt de staatssecretaris terecht dat eiser op drie verschillende momenten verschillend heeft verklaard over het moment van terugkeer naar Algerije. Eiser verklaart tijdens het aanmeldgehoor in 2014 te zijn teruggekeerd, om dit in de correcties en aanvullingen zonder nadere toelichting naar 2017 te corrigeren. Vervolgens verklaart eiser in het nader gehoor dat hij in 2016 is teruggekeerd naar Algerije. Met de enkele stelling in beroep dat 2016 het juiste jaartal is, legt eiser niet uit waarom hij in het aanmeldgehoor en bij de correcties en aanvullingen daarover tegenstrijdig heeft verklaard. Ook met betrekking tot de twee huwelijken van eiser stelt de staatssecretaris terecht dat eiser tegenstrijdig verklaart. In het aanmeldgehoor stelt eiser dat het huwelijk met zijn echtgenote zijn enige huwelijk is. [3] In het nader gehoor stelt eiser dat hij voor zijn echtgenote nog met een andere vrouw getrouwd is geweest. [4] Op de zitting heeft de staatssecretaris benadrukt dat deze tegenstrijdige verklaringen in samenhang moeten worden gezien. De rechtbank volgt de staatssecretaris in de redenering dat er niet van de tegenstrijdige verklaringen van eiser kan worden uitgegaan. Bovendien heeft de staatssecretaris eiser, zo blijkt uit het nader gehoor, meerdere malen geconfronteerd met de tegenstrijdigheden. De rechtbank volgt eiser daarom niet in zijn stelling dat hij niet geconfronteerd is met de tegenstrijdigheden en dat hij hier om die reden niet op heeft kunnen reageren. [5]
Niet toereikende verklaringen
7.3.
Eiser voert verder aan dat de staatssecretaris hem ten onrechte tegenwerpt dat hij onvoldoende heeft verklaard. Over hoe de ruzie tussen eiser en zijn schoonfamilie is ontstaan en de reden waarom de broers van zijn echtgenote eiser hebben neergestoken, heeft de staatssecretaris volgens eiser onvoldoende doorgevraagd, terwijl op de staatssecretaris wel een actieve onderzoeksplicht rust. Eiser wijst ter onderbouwing van die stelling op een voorbeeld dat hij in de zienswijze heeft aangehaald, namelijk dat op de verklaring dat de familie van zijn echtgenote niet wilde dat hij en zijn echtgenote zouden trouwen omdat de familie van zijn echtgenote eiser niet mocht, doorgevraagd had moeten worden waaróm dat het geval is. Door niet door te vragen heeft de staatssecretaris onvoldoende zorgvuldig gehandeld. Verder stelt eiser, anders dan de staatssecretaris heeft overwogen, ook juist concreet te hebben verklaard over de moord op zijn broer, namelijk dat hij onderweg was van zijn werk naar huis, is gestopt en vermoord is met een mes. Volgens eiser valt niet in te zien waarom dat onvoldoende is. Eiser kan ook niet meer verklaren dan hij heeft gedaan, want hij is sinds 2016 niet meer in Algerije geweest en heeft alleen van zijn moeder gehoord wat er met zijn broer is gebeurd. Tot slot stelt eiser dat de staatssecretaris ten onrechte tegenwerpt dat hij niet tot in detail kan verklaren over de wijze waarop de familie van zijn echtgenote de politie in Algerije heeft omgekocht. Vaststaat dat in Algerije sprake is van corruptie, dat de familie van zijn echtgenote geld heeft en dat de aangifte van eiser niet is behandeld.
7.4.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat eiser niet toereikend heeft verklaard. Uit het nader gehoor volgt dat de staatssecretaris eiser voldoende vragen heeft gesteld, waarop eiser summier heeft geantwoord. Ook valt uit het nader gehoor op te maken dat de staatssecretaris doorvraagt op antwoorden van eiser. [6] De staatssecretaris stelt uitgebreide vragen en probeert eiser te motiveren om uitgebreider te verklaren. De staatssecretaris vraagt aan eiser wanneer de problemen met de familie van zijn echtgenote zijn ontstaan en waar deze uit bestonden. Ook stelt de staatssecretaris vragen ter verduidelijking, bijvoorbeeld wanneer eiser spreekt over ‘we’, vraagt de staatssecretaris “wie is ‘we’?”. [7] Deze lijn is door het gehele nader gehoor te zien. De staatssecretaris heeft eiser veel vragen gesteld, waar hij steeds summier op reageert. Gelet daarop mocht de staatssecretaris tot de conclusie komen dat eiser ontoereikend heeft verklaard.
Conclusie over deze beroepsgrond
7.5.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De staatssecretaris heeft de problemen met de familie van zijn echtgenote niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat eiser geen gelijk krijg en dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas, rechter, in aanwezigheid van F.E. Brokke, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Aanmeldgehoor, p. 4.
2.Nader gehoor, p. 9.
3.Aanmeldgehoor, p. 10.
4.Nader gehoor, p. 6.
5.Nader gehoor p. 8, p. 9, p. 12, p. 13, p. 16, p. 17.
6.Nader gehoor, p. 8.
7.Nader gehoor, p. 7