ECLI:NL:RBDHA:2023:17369

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
NL23.22748
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.L.M. Steinebach - de Wit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid en veilig land van herkomst

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 8 augustus 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor twee jaar. Eiser, met de Senegalese nationaliteit, heeft aangevoerd dat hij gedwongen was om als militair verpleger te dienen in het Senegalese leger en dat hij uiteindelijk is gedeserteerd. De staatssecretaris heeft echter de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas in twijfel getrokken, met name de desertie uit het leger. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn vertrek uit Senegal legaal heeft uitgevoerd, wat in tegenspraak is met zijn claim dat hij problemen had met de autoriteiten. Bovendien heeft eiser niet overtuigend aangetoond dat hij daadwerkelijk gevaar loopt bij terugkeer naar Senegal, dat als een veilig land van herkomst wordt beschouwd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als ongegrond heeft afgewezen, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 7 november 2023 en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.22748

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2023 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. J.J. de Vries),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. J.D. Albarda).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 8 augustus 2023 deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Dit besluit bevat ook een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep, samen met NL23.22749, op 15 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiser heeft de Senegalese nationaliteit. Hij heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij van [datum] tot [datum] door toedoen van zijn familie gedwongen werkzaam is geweest als militair verpleger voor het Senegalese leger in de regio Casamance. Hij vond zijn diensttijd psychisch erg zwaar. Zijn familie heeft echter verhinderd dat hij ontslag nam uit het leger. Uiteindelijk is eiser gedeserteerd.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Desertie uit het leger.
4. De staatssecretaris acht het eerste element geloofwaardig. Het tweede element is volgens hem ongeloofwaardig. Ten eerste heeft eiser op legale wijze het land verlaten, terwijl hij stelt problemen te hebben met de autoriteiten van Senegal. Ten tweede is het ongerijmd dat eiser vier jaar in militaire dienst heeft gezeten, terwijl hij dit vreselijk vond. Verder heeft eiser zijn poging tot ontslag niet aannemelijk gemaakt en hierover vage en bevreemdingwekkende verklaringen afgelegd. Ook heeft eiser vage en summiere verklaringen afgelegd over de gevolgen van zijn desertie. Eiser heeft nooit geklaagd of er melding van gemaakt dat hij werd gehinderd bij zijn ontslag of geprobeerd deze situatie te verbeteren. Ten slotte is eiser in juli 2022 vertrokken uit Senegal, maar hij heeft pas in juli 2023 een verzoek om internationale bescherming ingediend. Senegal kan verder worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. De staatssecretaris concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen.
Geloofwaardigheid desertie uit het leger
Legaal vertrek terwijl problemen met autoriteiten, vier jaar militaire dienst en vertrek ongerijmd en nooit geklaagd bij autoriteiten
5. Eiser voert aan dat het vertrek een noodzakelijke beslissing was om te ontsnappen aan onredelijke bevelen en de gevangenisstraf die hem boven het hoofd hangt.
Hij voert verder aan dat hij consistent heeft verklaard over waarom hij pas na vier jaar besefte hoe vreselijk het was in de militaire dienst. Eiser heeft geprobeerd ter plekke een oplossing te vinden en hij is pas vertrokken toen er geen andere uitweg was. Zijn vertrek was het laatste redmiddel na jaren van innerlijke strijd.
Eiser stelt ten aanzien van dat hij nooit heeft geklaagd bij de autoriteiten dat de autoriteiten juist het probleem veroorzaken en daarom heeft eiser er geen vertrouwen in dat hij door diezelfde autoriteiten zal worden geholpen. Eiser hangt juist een zware straf boven het hoofd.
5.1.
Deze beroepsgronden van eiser zijn een herhaling van wat hij eerder in de zienswijze naar voren heeft gebracht. De staatssecretaris is hierop in het bestreden besluit gemotiveerd ingegaan. Omdat eiser in beroep enkel herhaalt wat hij ook al eerder naar voren heeft gebracht, zonder aan te geven of en op welke punten de reactie van de staatssecretaris hierop tekortschiet, slaagt het betoog van eiser alleen al daarom niet.
Poging tot ontslag niet aannemelijk gemaakt en militaire lening
6. Eiser voert aan dat zijn verklaringen over zijn poging tot ontslag en de lening wel consistent zijn. Eisers familie en de lening hebben zijn eerdere pogingen tot ontslag bemoeilijkt. Zijn familie heeft zijn inspanningen om ontslag te nemen gedwarsboomd.
6.1.
De staatssecretaris stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat de verklaringen van eiser over zijn poging tot ontslag vaag en bevreemding wekkend zijn. Eiser heeft namelijk verklaard dat hij niet om ontslag kon vragen omdat dit lang zou duren en hij eerst de militaire lening zou moeten terugbetalen en dat hij onder druk werd gezet door familie. Verder verklaarde eiser dat zijn familie de militaire administratie heeft gecontacteerd om zijn ontslag te blokkeren. Zijn broer stond namelijk geregistreerd als contactpersoon bij ongelukken en daarom werd zijn broer geïnformeerd over zijn poging tot ontslag. Dat eisers broer is gecontacteerd over het ontslagverzoek, omdat zijn naam enkel in kader van een noodgeval genoteerd staat heeft de staatssecretaris als bevreemdend mogen aanmerken. Eiser heeft zijn pogingen tot ontslag niet kunnen onderbouwen met documenten, terwijl hij verklaarde wel brieven te hebben ingediend voor het ontslag. De staatssecretaris heeft niet ten onrechte het standpunt ingenomen dat van eiser verwacht mag worden dat hij deze documenten overlegt om zijn asielrelaas te onderbouwen. Ten aanzien van de militaire lening heeft de staatssecretaris zich ook niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser daarover vaag heeft verklaard. Eiser heeft namelijk eerst verklaard dat hij geen ontslag kon krijgen omdat hij deze lening nog moest terugbetalen en later heeft eiser verklaard dat hij snel besloot om een lening aan te vragen nadat hij pogingen had ondernomen om ontslag te krijgen. De beroepsgrond slaagt niet.
Vage en summiere verklaringen over de gevolgen van desertie
7. Eiser voert aan dat zijn verklaring over de gevolgen van desertie zijn gebaseerd op de ernstige repercussies die in Senegal worden geassocieerd met desertie. Zijn verklaringen zijn niet vaag gelet op de algemene bekendheid met de situatie in Senegal.
7.1.
Eiser heeft wat betreft de strafmaat voor desertie in Senegal enkel verwezen naar de wetsartikelen in de TTA militaire en stelt dat de straf hoger uitvalt vanwege de militaire lening en hij refereert aan de problemen van andere personen. Eiser heeft dit niet nader onderbouwd. Met de enkele verwijzing naar de algemene situatie in Senegal is dit evenmin onderbouwd. De conclusie van de staatssecretaris dat eiser omtrent de gevolgen van desertie vaag en summier heeft verklaard kan dan ook worden gevolgd. De beroepsgrond slaagt niet.
Timing van het asielverzoek
8. Eiser voert aan dat zijn verklaring voor zijn late aankomst in Nederland en het moment van het asielverzoek duidelijk, logisch en consistent is, want hij moest een zorgvuldige en risicovrije weg vinden om te ontsnappen gezien de complexe omstandigheden en zijn noodzaak om veiligheid te zoeken voordat hij de stap naar asiel kon zetten.
8.1.
De rechtbank is van oordeel dat van iemand die internationale bescherming zoekt, verwacht mag worden dat hij zich meldt in het land waar hij op dat moment veilig is en dat daarom niet valt in te zien dat eiser in Spanje, Frankrijk en Duitsland geen asiel heeft aangevraagd. De stelling van eiser dat hij bang zou zijn om teruggestuurd te worden naar Senegal omdat zijn vrienden vanuit die landen zijn teruggestuurd doet daaraan niet af. Ook heeft de staatssecretaris het bevreemdend kunnen vinden dat eiser daaraan voorafgaand 9 tot 10 maanden in Ivoorkust is gebleven, terwijl hij verklaarde dat hij daar niet veilig was omdat daar veel politie is en dat daar Senegalese politie rondliep om deserteurs op te pakken. De conclusie dat dit afbreuk doet aan de gestelde desertie is dan ook niet ten onrechte. Verder heeft eiser zich bij binnenkomst in Nederland ook niet direct voor asiel gemeld, terwijl hij dit niet nader heeft onderbouwd waarom hij dat niet heeft gedaan. De beroepsgrond slaagt dan ook niet.
Tussenconclusie
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris niet ten onrechte de desertie uit het leger (relevant element 2) ongeloofwaardig geacht. Gelet op de overwegingen hiervoor was er voor de staatssecretaris ook geen aanleiding om, zoals gesteld, eiser het voordeel van de twijfel te geven. Om die reden kunnen de afzonderlijke beroepsgronden over artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het Handvest ook niet slagen. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag terecht als ongegrond afgewezen.
Veilig land van herkomst
10. Eiser betoogt dat de staatssecretaris de aanvraag ten onrechte als
kennelijkongegrond heeft afgewezen. Hij voert aan dat Senegal geen veilig land van herkomst is voor Senegalezen die strafrechtelijk worden vervolgd vanwege in zijn geval desertie uit het leger. Er bestaat immers een reëel risico om onrechtvaardige behandeling en schending van hun rechten in het land omdat Senegal kampt met uitdagingen op het gebied van mensenrechten en rechtshandhaving. Het juridische systeem kan soms tekortschieten in het waarborgen van eerlijke processen en het beschermen van de rechten van verdachten. Eiser heeft zijn zorgen geuit over de detentieomstandigheden en mogelijke schendingen van individuele vrijheden.
10.1.
De rechtbank overweegt dat Senegal is aangewezen als veilig land van herkomst, met uitzondering van LHBTI. Ook dient verhoogde aandacht te worden besteed aan de mogelijkheid dat dit anders kan liggen in individuele gevallen, met name als het gaat om personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging of discriminatie. Op 8 juli 2021 heeft een herbeoordeling plaatsgevonden. [1] Dit betekent dat in zijn algemeenheid kan worden aangenomen dat vreemdelingen afkomstig uit Senegal daar niet te vrezen hebben voor problemen die verlening van internationale bescherming rechtvaardigen. Op 25 mei 2022 zijn personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging of discriminatie uitgezonderd van de aanwijzing van Senegal als veilig land. [2]
10.2.
De staatssecretaris heeft relevant element 2 (desertie uit het leger) niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. De staatssecretaris stelt zich dan ook terecht op het standpunt dat van strafrechtelijke vervolging wegens desertie niet gebleken is. Behoudens de genoemde uitzonderingen onder 11.1, die hier niet aan de orde zijn, bestaat er een algemeen rechtsvermoeden dat personen uit Senegal geen internationale bescherming nodig hebben en de bewijslast om aannemelijk te maken dat Senegal voor eiser persoonlijk niet veilig is rust op hem. Eiser heeft dit naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt. Met het aangevoerde over Senegalezen in het algemeen heeft eiser dit niet toegespitst op zijn persoonlijke situatie. De staatssecretaris mocht de aanvraag daarom ook als kennelijk ongegrond afwijzen. De beroepsgrond slaagt niet.
Terugkeerbesluit
11. Gelet op de overwegingen onder 10 tot en met 10.2 heeft de staatssecretaris de asielaanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarom was de staatssecretaris bevoegd te bepalen dat eiser Nederland onmiddellijk dient te verlaten. Dit volgt uit artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. De beroepsgronden van eiser hierover leiden niet tot een ander oordeel.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.L.M. Steinebach - de Wit, rechter, in aanwezigheid van mr. B. Voors, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Kamerbrief ‘Herbeoordeling van veilige landen van herkomst – Ghana, Oekraïne en Senegal’ van 8 juli 2021, met als kenmerk: 3293526.
2.Brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer d.d. 25 mei 2022 (kenmerk: 39 55586). Te raadplegen via: TK Afdelingsuitspraak 5 april 2022 over gebruik verhoogde aandacht binnen beleid veilige landen van herkomst | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl.