ECLI:NL:RBDHA:2023:17374
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt de Egyptische nationaliteit te hebben, heeft op 23 februari 2023 een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Slowakije verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit is genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is.
De rechtbank heeft het beroep op 25 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde zich voorafgaand aan de zitting hebben afgemeld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, waaronder de vrees voor indirect refoulement bij terugzending naar Slowakije. Eiser heeft aangevoerd dat Slowakije niet voldoet aan zijn internationale verplichtingen, maar de rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om deze vrees aannemelijk te maken.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is en dat er geen reden is om aan te nemen dat eiser in Slowakije in strijd met zijn mensenrechten zal worden behandeld. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.J.H. Boerhof, rechter, in aanwezigheid van mr. B. Voors, griffier, en is openbaar gemaakt op 7 november 2023.