ECLI:NL:RBDHA:2023:17401
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheid Denemarken
Op 14 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.28850, NL23.28852, NL23.28854 en NL23.28856. De verzoekers, waaronder [naam], [naam 2], [naam 3] en [naam 4], hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 12 september 2023 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen, met als argument dat Denemarken verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielverzoeken.
De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 26 oktober 2023, waar de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. E. Ebes, en de vertegenwoordiger van de staatssecretaris aanwezig waren. Tijdens de zitting is ook een tolk ingeschakeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, waarin ook andere zaken zijn behandeld, geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al uitspraak is gedaan op de beroepen. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van griffier mr. J.A. Hessels, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.