ECLI:NL:RBDHA:2023:17412
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in asielzaak na intrekking beroep
Op 14 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had op 14 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 17 juli 2022. De staatssecretaris heeft op 10 mei 2023 een inwilligend besluit genomen, waarna de verzoeker op 1 juni 2023 het beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een ontvankelijk beroep, omdat de beslistermijn van de staatssecretaris rechtsgeldig was verlengd tot 17 oktober 2023. De ingebrekestelling van de verzoeker was prematuur, wat zou hebben geleid tot een niet-ontvankelijk beroep.
Aangezien er geen sprake is van geheel of gedeeltelijk tegemoetkomen aan de verzoeker, wijst de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling af als kennelijk ongegrond. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en wijst het verzoek af. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.