Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
3h. tot ongewenst vreemdeling is verklaard als bedoeld in artikel 67 van de Wet of tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Wet;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan;
4e. verdachte is van enig misdrijf dan wel daarvoor is veroordeeld.
ECLI:NL:RVS:2015:674 (https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@99005/201408880-1-v3/)).
ECLI:RVS:2020:989 (https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@120760/201906848-1-v3/), onder 2.2). De rechtbank zijn geen bijzondere omstandigheden gebleken die aanleiding zijn hiervan af te wijken. Verweerder heeft vervolgens op dag zeven van de inbewaringstelling opnieuw een vertrekgesprek gevoerd en een geplande vlucht aangekondigd. Eiser is uiteindelijk op 10 februari 2023 uitgezet. Met de daadwerkelijke uitzetting van eiser is het zicht op uitzetting ook gegeven.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.