ECLI:NL:RBDHA:2023:17440
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.J.P. Bosman
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het recht op tijdelijke bescherming voor een Oekraïense en Roemeense nationaliteit houder
In deze uitspraak oordeelt de Rechtbank Den Haag over de beëindiging van het recht op tijdelijke bescherming van een eiser met zowel de Oekraïense als de Roemeense nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 30 augustus 2023 besloten het recht op tijdelijke bescherming van de eiser te beëindigen, omdat hij als Unieburger niet onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming valt. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de zaak op 11 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank overweegt dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming op goede gronden is gebeurd. Eiser kan niet als 'ontheemde' worden aangemerkt, omdat hij ook de Roemeense nationaliteit heeft. De rechtbank stelt vast dat eiser niet kan aantonen dat hij niet naar Roemenië kan terugkeren, ondanks zijn argumenten over zijn medische situatie en het feit dat hij daar nooit heeft gewoond. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat eiser niet in staat zou zijn om in Roemenië een bestaan op te bouwen of medische zorg te ontvangen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.