ECLI:NL:RBDHA:2023:17443
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in asielprocedure
Op 15 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had op 24 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 31 juli 2022. De staatssecretaris heeft op 29 juni 2023 een inwilligend besluit genomen, waarna de verzoeker op 7 juli 2023 het beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. De rechtbank oordeelt dat, omdat het beroep is ingetrokken na een inwilligend besluit van de staatssecretaris, er geen grond is voor een proceskostenveroordeling. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag was verlengd tot 31 oktober 2023, waardoor de ingebrekestelling van de verzoeker prematuur was.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake was van een ontvankelijk beroep en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af als kennelijk ongegrond. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier J.A. Hessels, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.