ECLI:NL:RBDHA:2023:17451

• Datum uitspraak: 9 november 2023
• Publicatiedatum: 15 november 2023
• Zaaknummer: NL23.18057
• Instantie: Rechtbank Den Haag
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: E.F. Bethlehem
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit na uitzetting

In de zaak tussen eiser, een Georgische nationaliteit hebbende persoon, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de rechtbank Den Haag op 9 november 2023 uitspraak gedaan. Eiser had beroep ingesteld tegen een aanvullend terugkeerbesluit dat op 11 juni 2023 door de staatssecretaris was uitgevaardigd. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 29 juli 2023 naar Georgië is uitgezet, waardoor het terugkeerbesluit feitelijk is uitgevoerd. Dit leidde tot de vraag of eiser nog procesbelang had bij de behandeling van zijn beroep. De rechtbank oordeelde dat, gezien de uitzetting, eiser geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Daarom werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL23.18057

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], eiser

V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. R.M. Seth Paul),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 11 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder tegen eiser een aanvullend terugkeerbesluit uitgevaardigd.

Eiser heeft hiertegen beroep in gesteld.

De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb ^[1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1964 en de Georgische nationaliteit te hebben.

2. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of eiser procesbelang heeft bij de behandeling van zijn beroep, omdat eiser inmiddels is uitgezet.

3. Vaststaat dat eiser op 29 juli 2023 is uitgezet naar zijn land van herkomst en daarmee is voldaan aan de terugkeerverplichting van het terugkeerbesluit. Hiermee is het terugkeerbesluit feitelijk uitgewerkt. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat eiser geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. Om die reden is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.

4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1. Algemene wet bestuursrecht.