ECLI:NL:RBDHA:2023:17469

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
NL23.29328 en NL23.29330
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvragen wegens vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 november 2023 uitspraak gedaan in de beroepen van eisers tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hun asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvragen van eisers. Tijdens de zitting zijn eisers, die zich mede namens hun minderjarige kinderen hebben gepresenteerd, niet verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar het procesbelang van eisers. Uit een brief van de staatssecretaris blijkt dat eisers met onbekende bestemming zijn vertrokken en geen contact meer onderhouden met hun gemachtigde. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat eisers geen prijs meer stellen op de door hen verzochte bescherming in Nederland. De rechtbank verwijst naar vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat wanneer een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt, er in beginsel van uit wordt gegaan dat hij geen bescherming meer verzoekt.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de beroepen van eisers niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.29328 en NL23.29330
V-nummers: [v-nummer eiseres 1], [v-nummer eiser 1], [v-nummer eiseres 2] en [v-nummer eiser 2]
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam eiseres 1], eiseres 1,

[naam eiser 1], eiser 1,
mede namens hun minderjarige kinderen:
[naam eiseres 2], eiseres 2,
[naam eiser 2], eiser 2,
hierna tezamen: eisers,
(gemachtigde: mr. J.C.A. Koen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. W. Epema).

Procesverloop

Bij besluiten van 15 september 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van eisers niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de beroepen op 9 november 2023 op zitting behandeld. Eisers zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of eisers nog procesbelang hebben bij hun beroepen.
2. Bij brief van 30 oktober 2023 heeft verweerder de rechtbank meegedeeld dat eisers met onbekende bestemming zijn vertrokken. Daarbij heeft verweerder een schermafdruk overgelegd van zijn systeem. Hieruit blijkt dat eisers met ingang van 4 november 2023 door het COa [1] zijn gemeld als zijnde met onbekende bestemming vertrokken. Desgevraagd heeft de gemachtigde van eisers bij bericht van 1 november 2023 meegedeeld dat hij geen contact meer heeft met eisers en dat hij niet weet waar eisers verblijven.
3. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat wanneer een vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder verweerder te laten weten waar hij verblijft, er in beginsel van uit wordt gegaan dat die vreemdeling geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk verzochte bescherming in Nederland. [2] Dit is alleen anders als de vreemdeling laat weten dat hij contact met zijn gemachtigde onderhoudt en dus nog prijs stelt op deze bescherming.
4. Nu eisers op 4 november 2023 met onbekende bestemming zijn vertrokken en geen contact meer onderhoudt met hun gemachtigde en hun gemachtigde ook niet weet waar eisers verblijven, moet ervan uit worden gegaan dat eisers geen prijs meer stellen op de door hen verzochte bescherming en op een beoordeling van hun beroepen. De rechtbank is daarom van oordeel dat eisers geen procesbelang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van de door hun ingestelde beroepen tegen het bestreden besluit.
5. De beroepen zijn niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 november 2023 door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en het proces-verbaal hiervan is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
2.ABRvS 22 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.