Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[naam verzoekster 1] verzoekster 1,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 november 2023 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.29329 en NL23.29331. De verzoekers, bestaande uit [naam verzoekster 1] en [naam verzoeker 1], mede namens hun minderjarige kinderen, hebben beroep ingesteld tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze besluiten, genomen op 15 september 2023, hielden in dat de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling werden genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.
De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Echter, de voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aanverwante zaken met de nummers NL23.29328 en NL23.29330. Hierdoor zijn de beroepen van verzoekers al behandeld, en is er geen noodzaak voor een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van R. Ben Sellam als griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform de Algemene wet bestuursrecht.