AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen afwijzing forfaitaire compensatie toeslagenaffaire
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de Belastingdienst/Toeslagen om haar een forfaitair compensatiebedrag van € 30.000 uit te betalen, behandeld. Eiseres, die zich als gedupeerde van de toeslagenaffaire beschouwt, had eerder een aanvraag ingediend die op 29 april 2021 was afgewezen. De rechtbank constateert dat eiseres op 20 februari 2023 alsnog het compensatiebedrag is toegekend, wat haar beroep tegen het eerdere besluit niet meer relevant maakt. De rechtbank oordeelt dat eiseres geen procesbelang meer heeft, omdat het toegekende bedrag het maximum is waarvoor zij in aanmerking komt. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, omdat er geen materieel voordeel meer te behalen valt voor eiseres. De uitspraak benadrukt de noodzaak van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de rol van de lichte toets in de beoordeling van aanvragen voor compensatie in het kader van de toeslagenaffaire.
Voetnoten
1.Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Stcrt. 2021, 14691).
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van
3.Artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
4.Kamerstukken II, 2021/22, 36 151, nr. 3, blz. 80.
5.Kamerstukken II 2020/21, 31 066, nr. 878.
6.Het uitvoeren van de handmatige toets vindt plaats aan de hand van een stappenplan. Dit stappenplan is opgenomen in de brief van de staatssecretaris van Financiën van 30 april 2021, Kamerstukken II 2020/21, 31 066, nr. 819.
7.Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022, blz. 5 (www.rijksoverheid.nl).
8.Kamerstukken II 2020/21, 31 066, nr. 878.