ECLI:NL:RBDHA:2023:17690
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
Op 17 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Guinese nationaliteit met een V-nummer, had op 6 september 2022 bezwaar aangetekend tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit bezwaar werd op 7 mei 2023 ongegrond verklaard, waarbij verzoeker te horen kreeg dat hij de behandeling van zijn beroep niet in Nederland mocht afwachten. Verzoeker heeft vervolgens op 27 mei 2023 beroep ingesteld tegen dit besluit, geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/5808.
In het verzoekschrift van 6 september 2022 vroeg verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zijn uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek aldus verstaan dat er nu om een voorlopige voorziening wordt gevraagd in het kader van het lopende beroep.
Echter, aangezien het beroep met zaaknummer AWB 23/5808 op dezelfde dag ongegrond is verklaard, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.