ECLI:NL:RBDHA:2023:17720
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beëindiging tijdelijke bescherming vreemdeling op basis van Richtlijn 2001/55/EG
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van 24 augustus 2023, waarbij aan eiser is medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. De staatssecretaris had op 30 juni 2023 zijn voornemen kenbaar gemaakt om de tijdelijke bescherming van eiser te beëindigen. Eiser heeft hierop zijn zienswijze ingebracht, waarna het bestreden besluit is genomen. De rechtbank heeft het beroep op 10 november 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt de beëindiging van de tijdelijke bescherming aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelt dat de staatssecretaris niet zelfstandig bevoegd is om zijn tijdelijke bescherming te beëindigen en dat hij in Nederland een toekomst wil opbouwen. Hij wijst op zijn belangen in werk, wonen, studie en gezinsleven, en zijn integratie-inspanningen. De rechtbank concludeert echter dat de staatssecretaris bevoegd was om de tijdelijke bescherming te beëindigen en dat de gronden die eiser aanvoert niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming inherent is aan de beslissing van de staatssecretaris en dat eiser tijdens zijn asielprocedure opvang ontvangt van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.