ECLI:NL:RBDHA:2023:17762
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering gemachtigde op grond van misbruik van recht in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Nationale ombudsman van 4 september 2023 behandeld. Eiser, die geen belanghebbende is bij het besluit tot weigering van een derde als gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De zaak betreft de weigering van de Nationale ombudsman om [gemachtigde] als gemachtigde voor de duur van zes maanden toe te laten, op basis van artikel 2:2 van de Awb. Dit besluit is genomen vanwege misbruik van recht in de zin van artikel 4.6 van de Wet open overheid (Woo). Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar is door de ombudsman niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank concludeert dat eiser geen voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang heeft bij het primaire besluit, en dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser geen belanghebbende is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.