ECLI:NL:RBDHA:2023:17763
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering gemachtigde op grond van artikel 2:2 Awb
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Nationale ombudsman van 4 september 2023 behandeld. Eiser, die geen belanghebbende is bij het besluit tot weigering van een derde als gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De achtergrond van de zaak betreft de weigering van de Nationale ombudsman om de gemachtigde van eiser voor een periode van zes maanden toe te laten, op basis van artikel 2:2 van de Awb. Dit besluit was genomen vanwege misbruik van recht in de zin van artikel 4.6 van de Wet open overheid (Woo). Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar is door de ombudsman niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Noord-Nederland, die de zaak heeft doorgezonden naar de Rechtbank Den Haag.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het primaire besluit enkel gericht was aan de geweigerde persoon en dat eiser geen voldoende objectief en actueel belang heeft bij het besluit. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen belanghebbende is en dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.