ECLI:NL:RBDHA:2023:17765
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering gemachtigde op grond van artikel 2:2 Awb
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Nationale ombudsman behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen de weigering van deze gemachtigde op grond van artikel 2:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Awb.
De zaak betreft een besluit van de Nationale ombudsman van 25 juli 2023, waarin de gemachtigde voor een periode van zes maanden is geweigerd. Dit besluit is genomen vanwege misbruik van recht in de zin van artikel 4.6 van de Wet open overheid (Woo). Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 31 augustus 2023, waarin zijn bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank Noord-Holland heeft het beroep doorgezonden naar de Rechtbank Den Haag.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het primaire besluit enkel gericht was aan de geweigerde persoon en dat eiser geen voldoende objectief en actueel belang heeft bij het besluit. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen belanghebbende is en dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.