Op 6 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam01] voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing bij de vader voor zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] sinds oktober 2021 bij de vader in Nederland woont, na eerder bij de moeder in Griekenland te hebben gewoond. De ouders zijn verwikkeld in een conflict dat de emotionele veiligheid van [naam01] in gevaar brengt. De kinderrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging en dat de huidige situatie niet in het belang van [naam01] is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen voor zes maanden en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met de verwachting dat er in de komende periode meer duidelijkheid komt over de opvoedingssituatie van [naam01]. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de ouders moeten leren om constructief met elkaar te communiceren en dat er hulpverlening nodig is. De Raad en de gecertificeerde instelling zijn opgedragen om de situatie van [naam01] nauwlettend te volgen en te rapporteren over de voortgang.