ECLI:NL:RBDHA:2023:17813
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking asielaanvraag
In deze zaak heeft verzoeker op 23 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 14 juni 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 3 november 2023 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank kan besluiten om het bestuursorgaan te veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft verweerder niet tijdig beslist op de aanvraag van verzoeker en heeft hij deze aanvraag ingewilligd terwijl er een beroep tegen het niet-tijdig beslissen aanhangig was. Dit betekent dat verweerder geheel aan het beroep van verzoeker tegemoet is gekomen.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen. De kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.