Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] en [naam], verzoekers
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 15 november 2023, hebben verzoekers beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun bezwaar tegen de weigering van een visum kort verblijf. De verzoekers, die samen met hun moeder een visum aanvroegen, hebben op 19 september 2023 beroep ingesteld nadat hun aanvraag was afgewezen. Op 18 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid alsnog een visum verleend aan de verzoekers en hun moeder. Hierop hebben de verzoekers hun beroepen ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien de staatssecretaris niet tijdig op het bezwaar van de verzoekers heeft beslist en de visa heeft verleend terwijl de beroepen nog liepen, is de staatssecretaris geheel tegemoetgekomen aan de verzoekers.
De rechtbank heeft de verzoeken om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen. De kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand in samenhangende zaken. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat de beroepen enkel betrekking hadden op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de verzoekers.