In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoekster, die in het bezit was van de Peruaanse nationaliteit en stelt dat zij ook de Nederlandse nationaliteit bezit. Verzoekster is geboren op [geboortedatum01] 1972 in Peru en heeft een Nederlandse vader, die haar bij geboorte heeft erkend. De IND heeft echter betoogd dat verzoekster haar Nederlanderschap van rechtswege heeft verloren op [datum02] 2000, omdat zij gedurende tien jaar buiten Nederland heeft gewoond en ook de Peruaanse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster vanaf haar geboorte tot [datum02] 2000 het Nederlanderschap heeft bezeten, maar dat zij dit Nederlanderschap op [datum02] 2000 heeft verloren. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verlies van het Nederlanderschap niet onevenredig was, gezien het feit dat verzoekster altijd in Peru heeft gewoond en geen connectie met Nederland had op het moment van verlies. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster afgewezen, met uitzondering van de vaststelling van het bezit van het Nederlanderschap in de genoemde periode.