ECLI:NL:RBDHA:2023:18004
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tijdelijke bescherming voor derdelanders Oekraïne
In de zaak tussen de verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. Y. ten Cate, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 november 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de beëindiging van tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne, zoals geregeld in de Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382. De staatssecretaris had op 25 augustus 2023 besloten om de tijdelijke bescherming van de verzoeker te beëindigen, waarop de verzoeker beroep heeft ingesteld en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 november 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.25820). Tijdens de zitting waren de gemachtigden van zowel de verzoeker als de staatssecretaris aanwezig. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van mr. M. Dijk als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.