ECLI:NL:RBDHA:2023:18012

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
AWB 23-10230
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen beëindiging tijdelijke bescherming van een vreemdeling

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat haar recht op tijdelijke bescherming eindigt op 4 september 2023. De staatssecretaris had op 30 juni 2023 zijn voornemen kenbaar gemaakt om de tijdelijke bescherming te beëindigen, maar eiseres heeft geen zienswijze ingediend. Het bestreden besluit werd genomen zonder dat eiseres haar beroepsgronden had vermeld in het beroepschrift, dat op 2 september 2023 door de rechtbank was ontvangen. De rechtbank heeft eiseres op 7 september 2023 verzocht om dit verzuim te herstellen, maar eiseres heeft geen gronden ingediend of een verklaring gegeven voor het niet tijdig indienen van de beroepsgronden.

De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van een beroepschrift. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelt en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak binnen vier weken na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/10230

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer]
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. S. Azzaoui).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van 11 augustus 2023 waarbij de staatssecretaris aan eiseres heeft medegedeeld dat haar recht op tijdelijke bescherming, als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG (de Richtlijn) [1] en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 (het Uitvoeringsbesluit), [2] eindigt op 4 september 2023.
1.1.
Op 30 juni 2023 heeft de staatssecretaris zijn voornemen kenbaar gemaakt om de tijdelijke bescherming van eiseres op 4 september 2023 te beëindigen. Eiseres heeft geen zienswijze ingebracht. Vervolgens is het bestreden besluit genomen, waartegen het beroep zich richt.
1.2.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 10 november 2023 op zitting behandeld. Ter zitting was de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

2. Een vreemdeling die beroep instelt, moet in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. [3] Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De indiener van het beroepschrift moet dan wel eerst de gelegenheid hebben gehad om de beroepsgronden alsnog binnen een door de rechtbank gestelde termijn in te dienen. [4]
3. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift, ontvangen door de rechtbank op 2 september 2023. De rechtbank heeft eiseres in haar brief van 7 september 2023 verzocht om uiterlijk op 4 oktober 2023 dit verzuim te herstellen. Eiseres heeft echter geen gronden ingediend en geen reden gegeven voor het niet tijdig vermelden van de beroepsgronden. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep van eiseres niet inhoudelijk behandelt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
de griffier de rechter
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Richtlijn 2001/55/EG betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
2.Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de Richtlijn, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan.
3.Dit volgt uit artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4.Dit volgt uit artikel 6:6 van de Awb.