ECLI:NL:RBDHA:2023:1808
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod voor de duur van tien jaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een terugkeerbesluit en een inreisverbod van tien jaar opgelegd aan eiser, een Mexicaanse nationaliteit houder. Eiser was op 8 december 2021 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens verschillende delicten op grond van de Opiumwet. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 24 maart 2022 een terugkeerbesluit genomen, waarbij eiser werd opgedragen Nederland en de EU onmiddellijk te verlaten, omdat hij een gevaar voor de openbare orde zou vormen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij geen actueel gevaar vormt en dat zijn persoonlijke omstandigheden onvoldoende zijn meegewogen.
De rechtbank heeft de zaak op 20 december 2022 behandeld. Eiser heeft betoogd dat zijn veroordeling niet voldoende is om te concluderen dat hij een actuele bedreiging vormt. Hij heeft positieve gedragsverandering laten zien en betoogt dat hij onder druk van een kartel heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom eiser een gevaar voor de openbare orde vormt, onder verwijzing naar de ernst van de gepleegde delicten en het feit dat er geen aanwijzingen zijn dat de criminaliteit achter eiser ligt.
De rechtbank heeft ook de beroepsgronden van eiser met betrekking tot zijn persoonlijke omstandigheden en het inreisverbod in het licht van artikel 8 van het EVRM beoordeeld. Eiser heeft geen sterke banden met Nederland of de EU aangetoond, en de rechtbank concludeert dat het besluit niet in strijd is met het EVRM. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wordt er geen proceskostenveroordeling opgelegd.