Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [nummer], eiseres
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Overwegingen
Beoordeling door de rechtbank
Uit dienst getreden per: 15 oktober 2000’, echter uit door eiseres overgelegde landeninformatie blijkt ook dat de dienstplicht in Eritrea feitelijk langer duurt dan de formele duur van anderhalf jaar. In het Algemeen Ambtsbericht Eritrea mei 2022, waarnaar eiseres heeft verwezen, valt te lezen: ‘
… Eritrea heeft sinds 1995 een nationale dienstplicht voor mannen en vrouwen, die zowel militair als civiel kan zijn. Officieel duurt de dienst achttien maanden, maar sinds de grensoorlog met Ethiopië (1998–2000) is hij van onbeperkte duur. Het is onvoorspelbaar wanneer iemand uit de dienst ontslagen wordt, en het komt sowieso weinig voor….’ [3] . Vluchtelingenwerk Nederland onderschrijft dit ook in een door eiseres bij haar beroepsgronden overgelegde e-mail van 14 maart 2023. Ook de Afdeling [4] heeft onderkend in haar uitspraak van 20 juli 2022 dat de werkelijk duur van de dienstplicht in Eritrea enorm varieert. [5] Hieruit kan worden opgemaakt dat ongeacht de kwalificatie die men geeft aan het door eiseres overgelegde document (afzwaaibewijs of dienstpas), dit document van geen waarde hoeft te zijn bij de bepaling van de einddatum van de dienstplicht. Daar komt bij dat eiseres in haar aanmeldgehoor consequent heeft aangegeven dat haar dienstplicht voortduurde. In dit verband is voor de rechtbank verder van belang dat verweerder geloofwaardig heeft bevonden dat eiseres in 2006 is verkracht. Desgevraagd kon verweerder op zitting echter niet aangeven hoe dit zich verhoudt tot de ongeloofwaardigheid van de stelling dat de dienstplicht voortduurde. Eiseres heeft immers verklaard dat zij was verkracht door haar leidinggevende en tijdens haar militaire diensttijd. Zonder nadere motivering valt daarom niet in te zien waarom eiseres niet kan worden geloofd in haar stelling dat zij in 2010 is gedeserteerd uit militaire dienst. Dat de wijze van verkrijging van het document volgens verweerder niet strookt met de manier die in de algemene landeninformatie beschreven staat en daarom negatief werkt voor de geloofwaardigheid van eiseres maakt het oordeel niet anders. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank daarover te weinig informatie verkregen om tot deze conclusie te komen.