ECLI:NL:RBDHA:2023:18149
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
Op 24 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een man van Georgische nationaliteit, had op 31 augustus 2023 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL23.25486. Tegelijkertijd had de verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zijn uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.
In de uitspraak van heden heeft de voorzieningenrechter het connexe beroep ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter overwoog dat, ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, aangezien het beroep met zaaknummer NL23.25486 ongegrond is verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.