ECLI:NL:RBDHA:2023:18151
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak van Syrische verzoeker tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In de zaak tussen een Syrische verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J. de Vries, had op 29 september 2023 een verzoekschrift ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zijn uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op zijn beroep zou zijn genomen. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL23.30992 en was gericht tegen een besluit van de staatssecretaris van 28 september 2023.
De zitting vond plaats op 18 oktober 2023, waar de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien het beroep gegrond is verklaard, was de voorlopige voorziening niet langer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de verzoeker, vastgesteld op € 1.674,00. Dit bedrag is berekend op basis van de punten voor het indienen van het verzoekschrift en het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,00. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.