ECLI:NL:RBDHA:2023:18256
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A. Nieuwenhuis
- G.G. Doornbos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot uitzetting en verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. N.B. Swart, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd vastgesteld dat hij niet in aanmerking kwam voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Verzoeker had op 27 april 2022 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zijn uitzetting hangende het bezwaar zou worden verboden. Het bezwaar werd op 27 september 2022 ongegrond verklaard, waarna verzoeker op 13 oktober 2022 beroep instelde tegen dit besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 18 januari 2023 behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren. Op 21 maart 2023 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen. Gezien deze uitspraak was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 837,- voor de door een derde verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.