ECLI:NL:RBDHA:2023:18299
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar Dublinverordening
In de zaak met zaaknummer NL23.31805 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.K. Bulthuis, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Polen volgens de Dublinverordening verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 31 oktober 2023, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, M. Mahassen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL23.31804), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig is.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op 14 november 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.