ECLI:NL:RBDHA:2023:18314

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
23/2819
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen verkeersbesluit

In deze zaak heeft eiser, wonende in [woonplaats], beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar tegen een verkeersbesluit van de burgemeester en wethouders van Gouda. Dit verkeersbesluit, dat op 18 januari 2023 is bekendgemaakt, betreft een verplichte rijrichting op de Krugerlaan. Eiser ontving op 9 oktober 2019 een bekeuring voor het overtreden van een gebod tot het volgen van de verplichte rijrichting. Hij stelt dat het verkeersbesluit van belang is voor de vraag of deze bekeuring terecht is opgelegd. De verweerder heeft het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser volgens hen geen belanghebbende is bij het verkeersbesluit. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet in de directe nabijheid van de Krugerlaan woont en dat er geen reden is voor hem om via deze weg naar de Sportlaan te rijden. Hierdoor heeft het verkeersbesluit geen gevolgen voor zijn weggebruik of woongenot. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat eiser geen bijzonder, individueel belang heeft dat zich onderscheidt van andere weggebruikers. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar terecht is. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/2819

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 november 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. B. de Jong),
en

burgemeester en wethouders van Gouda, verweerder

(gemachtigde: T. Weerheijm).

Inleiding

1. Op 18 januari 2023 heeft verweerder een verkeersbesluit [1] (het verkeersbesluit) bekend gemaakt.
1.1.
Eiser is het niet eens met dit besluit en heeft bezwaar ingesteld. Verweerder heeft dit bezwaar met het bestreden besluit van 13 maart 2023 niet-ontvankelijk verklaard.
1.2.
Eiser heeft beroep tegen het bestreden besluit ingesteld.
1.3.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser heeft op 9 oktober 2019 een bekeuring ontvangen voor het overtreden van een gebod tot het volgen van de aangegeven verplichte rijrichting op de Krugerlaan. In 2023 heeft verweerder het verkeersbesluit bekend gemaakt, waarbij op de Krugerlaan een verplichte rijrichting is ingesteld om rechtsaf de Sportlaan in te rijden. Eiser heeft hiertegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen belanghebbende is bij het verkeersbesluit. Dat eiser een bekeuring heeft ontvangen maakt dit volgens verweerder niet anders.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Eiser stelt dat het verkeersbord D6
(de rechtbank begrijpt: D5)zonder verkeersbesluit is geplaatst op de Krugerlaan te Gouda. Hij is van mening dat verweerder dit heeft getracht te herstellen door middel van het verkeersbesluit. Dit verkeersbesluit is voor eiser van belang, omdat de inhoud daarvan bepalend is voor de vraag of de opgelegde sanctie (op 9 oktober 2019) terecht aan hem is opgelegd. Aangezien de inhoud van het verkeersbesluit van belang is voor de vraag of aan eiser terecht een sanctie is opgelegd, heeft hij wel degelijk een belang dat zich in voldoende mate onderscheidt van overige weggebruikers.
Wat zijn de regels?
4. Op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
5. Op grond van artikel 7:1, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 8:1, eerste lid, van de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit bezwaar maken en beroep instellen bij de bestuursrechter.
6. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) [2] , is met het stellen van het vereiste van het zijn van belanghebbende een zekere begrenzing beoogd ten aanzien van de mogelijkheid tegen een besluit bezwaar te maken en beroep in te stellen. Het is niet de bedoeling van de wetgever geweest om tegen een verkeersbesluit beroep open te stellen voor een ieder. Bij verkeersbesluiten dient dan ook van geval tot geval te worden onderzocht wiens belangen rechtstreeks bij een dergelijk besluit zijn betrokken. Een persoon is slechts belanghebbende bij een verkeersbesluit indien hij een bijzonder, individueel belang heeft bij dat besluit, welk belang zich in voldoende mate onderscheidt van dat van andere weggebruikers.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Vaststaat dat eiser niet woonachtig is in de directe nabijheid van de Krugerlaan. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat er geen reden is voor eiser om via de Krugerlaan naar de Sportlaan te rijden, omdat er andere opties beschikbaar zijn die niet via de Krugerlaan gaan. Hierdoor heeft het verkeersbesluit geen gevolgen voor het weggebruik of het woongenot van eiser. De stelling van eiser dat hij wel degelijk belang heeft dat zich in voldoende mate onderscheidt van andere weggebruikers, omdat de inhoud van het verkeersbesluit van belang is voor de vraag of aan eiser terecht een bekeuring is opgelegd kan de rechtbank niet volgen. De bekeuring maakt niet dat eiser een bijzonder, individueel belang heeft bij het verkeersbesluit, welk belang zich in voldoende mate onderscheidt van andere weggebruikers die in de Krugerlaan rijden. De rechtbank wijst ook op vaste rechtspraak van de Hoge Raad (HR) waaruit volgt dat in beginsel ook een boete kan worden opgelegd als een verkeersteken niet met inachtneming van wettelijke voorschriften is geplaatst of als daaraan geen geldig verkeersbesluit ten grondslag ligt. [3]
8. Het voorgaande brengt met zich dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn belang zodanig rechtstreeks bij het verkeersbesluit is betrokken dat hij kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Maas, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 november 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Verkeersbesluit 1345907-2023 (Gepubliceerd op 18 januari 2023 in het Gemeenteblad 2023, 17036).
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 25 juli 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX2597.
3.Zie de uitspraak van de HR van 16 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1055.