ECLI:NL:RBDHA:2023:18332

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/09/655016 / JE RK 23-2033
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor jeugdige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 november 2023 een beschikking gegeven over een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de jeugdige [naam01], geboren in 2007. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, heeft verzocht om deze machtiging, omdat [naam01] is opgegroeid in een onrustige opvoedomgeving en ernstige gedragsproblemen vertoont. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] sinds zijn plaatsing in [naam04] enige vooruitgang heeft geboekt, maar dat hij meer tijd nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd met verwijzingen naar de Jeugdwet, die stelt dat een machtiging alleen kan worden verleend als dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de jeugdige en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.

Tijdens de mondelinge behandeling was [naam01] aanwezig met zijn advocaat, terwijl de vader niet verscheen, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft met [naam01] gesproken en zijn vooruitgang besproken. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is voor de verdere behandeling van [naam01] en heeft de machtiging verleend voor de duur van twee maanden, van 15 november 2023 tot 12 januari 2024. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/655016 / JE RK 23-2033
Datum uitspraak: 7 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van:
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, gevestigd te Leiden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2007 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. F.A.M. Engels te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam02],
hierna te noemen: de vader,
en
[naam03] ,
hierna te noemen: de stiefmoeder,
wonende in [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 11 oktober 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 24 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 7 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] met zijn advocaat;
  • een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling;
  • Stefan, de mentor van [naam01] .
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft voorafgaand aan de zitting met [naam01] een gesprek gevoerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De vader is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.2.
[naam01] verblijft in [naam04] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 2 februari 2023 de ondertoezichtstelling van [naam01] verlengd tot 12 januari 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 12 januari 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 15 mei 2023 een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 15 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.
3.2.
[naam01] is opgegroeid in een heel onrustige opvoedomgeving. Hij woonde eerst bij zijn moeder en vanaf 2017 bij zijn vader. [naam01] liet forse gedragsproblemen zien, zowel thuis als op school, en kwam steeds vaker in de problemen terecht. [naam01] spijbelde veel, liet zich niet meer sturen en kwam in aanraking met de politie. Ook liep [naam01] weg en leek hij de consequenties van zijn acties niet te overzien. Sinds de plaatsing van [naam01] op [naam04] gaat het wat beter met hem. [naam01] vindt het nog steeds moeilijk om de regie (deels) over te laten aan de volwassenen in zijn leven. [naam01] maakt kleine stappen in de goede richting op [naam04] , maar heeft meer tijd nodig om zich verder te ontwikkelen. Het Palmhuis heeft een persoonlijkheidsonderzoek bij [naam01] afgenomen, maar de rapportage laat nog op zich wachten. Als de machtiging tot gesloten plaatsing wordt verleend, is de gecertificeerde instelling van plan om een verzoek in te dienen tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot gesloten plaatsing. De verwachting is dat [naam01] een wat langere periode nodig heeft dan de komende twee maanden om zijn doelen te bereiken.
3.3.
De mentor van [naam01] vertelt dat hij de hevige boze buien die [naam01] aan het begin van zijn verblijf op [naam04] had, niet meer ziet. [naam01] kan nog wel boos worden, maar niet meer zo intens.

4.De standpunten

Namens [naam01] wordt gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter. Het gaat de afgelopen periode beetje bij beetje beter. Dat het traject wat langzamer verloopt, ligt deels aan [naam01] en deels aan zijn omgeving. [naam01] begrijpt dat het beter is dat hij nog een tijdje in [naam04] blijft.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
[naam01] is, zoals de gecertificeerde instelling gesteld heeft, opgegroeid in een onrustige opvoedomgeving. Vermoed wordt dat [naam01] door alle gebeurtenissen in zijn leven getraumatiseerd is geraakt. [naam01] heeft hieraan problemen overgehouden in het reguleren van zijn emoties (vooral woede). [naam01] heeft profijt gehad van de afgelopen periode in [naam04] . Hij kan hier in kleine stapjes werken aan zijn doelen. Het is ook prettig dat [naam01] inmiddels begrijpt dat het nodig is dat hij nog wat langer moet blijven. De kinderrechter ziet dat deze vooruitgang dankzij de duidelijke kaders van de geslotenheid is geboekt en dat [naam01] zich door deze duidelijkheid niet meer zo gauw zal onttrekken. Omdat dit in het verleden anders is geweest en omdat het wenselijk is dat de behandeling van [naam01] voortgang vindt, ziet de kinderrechter het belang van de gesloten plaatsing.
5.3.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van twee maanden. Deze periode is in ieder geval noodzakelijk voor [naam01] , om zijn behandeling voort te zetten.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 15 november 2023 tot 12 januari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.T. Verlinde als griffier, en op schrift gesteld op 20 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.