ECLI:NL:RBDHA:2023:18333

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/09/655859 / JE RK 23-2161
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en opbouw van vrijheden voor jeugdige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 november 2023 een beschikking gegeven over een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een jeugdige, aangeduid als [naam01], geboren in 2009. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag heeft verzocht om deze machtiging, omdat [naam01] ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die haar ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] sinds haar plaatsing in een gesloten accommodatie, [naam04], vooruitgang heeft geboekt, maar dat er nog steeds zorgen zijn over haar gedrag en ontwikkeling. De moeder van [naam01] heeft ingestemd met het verzoek en benadrukt het belang van therapie en schoolgang voor haar dochter. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de machtiging noodzakelijk is en verleent deze voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om de vrijheden van [naam01] binnen haar huidige groep uit te breiden, zonder dat dit afhankelijk is van een overplaatsing naar een andere groep. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de betrokken partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/655859 / JE RK 23-2161
Datum uitspraak: 7 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
hierna te noemen het college,
over:
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2009 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. M.G. Eckhardt te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam02],
hierna te noemen: de moeder,
wonende [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 30 oktober 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 1 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] met haar advocaat;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van het college.
1.3.
De kinderrechter heeft met [naam01] voorafgaand aan de zitting een gesprek gevoerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
[naam01] is erkend door haar vader, [naam03] .
2.2.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.3.
[naam01] verblijft in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp [naam04] .
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 23 mei 2023 een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 11 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden. In het petitum van het verzoek van het college wordt verzocht een (spoed)machtiging te verlenen voor vier weken en aansluitend voor zes maanden. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van het college aangegeven dat dit een schrijffout is en dat het verzoek moet worden gelezen als een verzoek voor de duur van drie maanden.
3.2.
[naam01] heeft een moeizame start gehad op [naam04] . Ze had veel strijd met de groepsleiding en geen motivatie voor school en behandeling. Na vier maanden lijkt ze vooruitgang te boeken en lukt het beter om zich aan de regels te houden. [naam01] heeft nog wel steeds moeite met naar school gaan, omdat haar hoofd vol zit en haar behandeling veel energie in beslag neemt. In de weekenden is [naam01] bij haar moeder. Dit verloopt goed. De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: Raad) heeft geconcludeerd dat een ondertoezichtstelling van [naam01] niet noodzakelijk is. [naam01] wordt wel ernstig in haar ontwikkeling bedreigd, maar de moeder is voldoende bereid en in staat om onder eigen verantwoordelijkheid die bedreiging weg te nemen. Omdat [naam01] veel vooruitgang heeft geboekt, lijkt een overgang naar een meer open setting passend. Wel is het wenselijk dat [naam01] binnen [naam04] geplaatst blijft, omdat zij daar behandeld wordt en naar school gaat. Op dit moment is er geen plek voor haar binnen een open groep van [naam04] . Daarom wordt gekeken of het mogelijk is de vrijheden van [naam01] op haar huidige groep uit te breiden.

4.De standpunten

4.1.
De moeder stemt in met het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Zij vindt het belangrijk dat [naam01] goed blijft meedoen aan de geboden therapie en dat zij naar school blijft gaan. Als [naam01] het goed blijft doen, kan ze zo snel mogelijk weer thuis komen wonen. Mogelijk is daar eerst een overstap naar een open groep voor nodig
4.2.
Namens [naam01] wordt gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter. [naam01] ziet in dat het beter is dat ze nog (tijdelijk) in [naam04] blijft. [naam01] vindt het wel heel belangrijk dat zij meer vrijheden krijgt.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
Nog kort geleden waren de zorgen over [naam01] heel groot. Zij had last van woedeuitbarstingen en liep regelmatig weg toen ze nog thuis woonde. Ook aan het begin van haar plaatsing op [naam04] liet [naam01] nog veel opstandig gedrag zien. Ze maakte ruzie en weigerde school of behandeling. Ook is zij in juni in augustus nog weggelopen van [naam04] . Inmiddels is de situatie wat rustiger geworden. Het lukt [naam01] veel beter om zich aan de regels te houden en zij doet haar best voor school en haar behandeling. De zorgen zijn nog niet helemaal verdwenen. De behandeling van [naam01] (waaronder schrijf- en paardentherapie) loopt nog niet heel lang en biedt nog meer mogelijkheid op vooruitgang. Ook zullen de vrijheden van [naam01] nog verder moeten worden opgebouwd om een terugkeer naar huis mogelijk te maken. Deze opbouw zou niet moeten afhangen van een overplaatsing naar een andere groep binnen [naam04] . Als een uitbouw van de vrijheden van [naam01] mogelijk is, zou daar ook binnen haar huidige groep ruimte voor gemaakt moeten worden. De kinderrechter merkt tot slot op dat de betrokkenheid van de moeder van [naam01] een compliment waard is en veel mogelijkheden biedt voor de toekomst.
5.3.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van drie maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 11 november 2023 tot 11 februari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.T. Verlinde als griffier, en op schrift gesteld op 20 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.