ECLI:NL:RBDHA:2023:18334

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/09/655639 / JE RK 23-2128
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor jeugdige met trauma's en hechtingsproblematiek

Op 2 november 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die een machtiging verzocht voor gesloten jeugdhulp voor een jeugdige, aangeduid als [naam01], geboren in 2007. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren voortgezet, waarbij [naam01] en haar advocaat, mr. Y. Özdemir, aanwezig waren. De gecertificeerde instelling verzocht om een machtiging voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, omdat [naam01] te maken heeft met trauma's, hechtingsproblematiek en problematische relaties met leeftijdsgenoten. De kinderrechter oordeelde dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om [naam01] te beschermen en haar de benodigde hulp te bieden. De kinderrechter verleende de machtiging voor een periode van drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging, en hield de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot een nader te bepalen zitting. De kinderrechter benadrukte het belang van een snelle opstart van de behandeling voor [naam01] en verzocht om een update van de voortgang voor de volgende zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/655639 / JE RK 23-2128
Datum uitspraak: 2 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van:
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2007 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. Y. Özdemir te Den Haag.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van 25 oktober 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 31 oktober 2023.
1.2.
Op 2 november 2023 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] met haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling.
De kinderrechter heeft voorafgaand aan de zitting met [naam01] een gesprek gevoerd, in aanwezigheid van haar advocaat.

2.Het verzoek

2.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken en aansluitend voor de duur van zes maanden. Het verzoek is als volgt gemotiveerd.
2.2.
[naam01] heeft trauma’s, loyaliteitsproblematiek en kenmerken van ADHD. Ook heeft [naam01] last van hechtingsproblematiek. Zij kan door al deze factoren moeilijk haar gevoelens uiten en ze kan wantrouwig zijn naar volwassenen in haar omgeving. De gecertificeerde instelling heeft daarnaast ernstige zorgen over een jongen waar [naam01] mee omgaat, omdat hij foto’s en filmpjes heeft gemaakt van [naam01] terwijl hij seks met haar heeft. Vervolgens heeft hij die foto’s en filmpjes openbaar gemaakt. Verder loopt [naam01] regelmatig weg van de groep waar zij verblijft en komt dan terug onder invloed van drank en drugs. Het is daardoor niet meer houdbaar dat [naam01] op een open groep verblijft. Vanwege de incidenten in de afgelopen periode is het moeilijk om een plek voor [naam01] te vinden. De gesloten plaatsing is noodzakelijk om een periode van rust te creëren voor haar. Ook kan [naam01] zo beter loskomen van de personen in haar omgeving die geen goede invloed op haar hebben. Het is daarnaast belangrijk dat [naam01] gemotiveerd wordt voor het aangaan van hulp. Zij is voor het vervolg reeds aangemeld voor een plek voor begeleid wonen, maar daarvoor zijn de vereisten dat ze een vorm van dagbesteding heeft en behandeld wordt. Dat zijn zaken waarin gewerkt moet gaan worden. Het is de bedoeling dat [naam01] haar dagbesteding van 070watt kan doorzetten vanuit [naam02] . Daarnaast is [naam01] aangemeld voor het FACT-team en paardencoaching.

3.De standpunten

[naam01] vertelt dat ze op [naam02] niet op haar plek zit en dat ze bang is dat zij zich daar alleen maar slechter gaat voelen. [naam01] begrijpt dat ze al meerdere laatste kansen heeft gehad, maar vindt het niet eerlijk dat ze op basis van een vermoeden (dat ze bij haar vriend was) naar [naam02] is overgeplaatst. Zij vertelt dat zij aan alle nodige behandelingen wil meewerken. Ter zitting bevestigt ze dat ze sommige behandelingen wel eng vindt, zoals bijvoorbeeld traumatherapie en dat ze dan hulp nodig heeft om die behandeling aan te gaan. Namens [naam01] wordt gevraagd om de machtiging voor een zo kort mogelijke duur te verlenen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper, waarin wordt beschreven dat de geslotenheid geen geschikte setting is voor [naam01] voor een langere termijn.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
4.2.
[naam01] heeft in haar leven veel meegemaakt en heeft daardoor last van trauma’s, loyaliteits- en hechtingsproblematiek. [naam01] vindt het hierdoor soms moeilijk om de juiste keuzes te maken voor zichzelf. Het is van belang dat [naam01] hulp krijgt, zodat ze weer leert om die goede keuzes te maken en zich vanuit een gezond zelfbewustzijn verder kan ontwikkelen. Op dit moment kan die hulp alleen geboden worden in de geslotenheid. [naam01] is in de afgelopen periode meerdere malen weggelopen en brengt zichzelf dan in gevaarlijke situaties. Hierdoor is een verblijf op een open groep op dit moment niet in haar belang. [naam01] heeft ter zitting aangegeven bereid te zijn om mee te werken aan hulpverlening die goed voor haar is. De kinderrechter begrijpt dat het aangaan van traumabehandeling lastig kan zijn en denkt dat [naam01] daarin ondersteund moet worden, omdat zij het wel wil, maar het ook erg spannend en moeilijk vindt.
4.3.
Omdat de voogdij over [naam01] bij de gecertificeerde instelling berust, is een ondertoezichtstelling van [naam01] niet vereist (artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jeugdwet).
4.4.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van drie maanden. Gelet op hetgeen [naam01] heeft verteld op de zitting en de inhoud van de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper, vindt de kinderrechter een periode van zes maanden te lang. In de komende drie maanden moet er zo snel mogelijk behandeling voor [naam01] opgestart worden, zodat zij voortvarend overgeplaatst kan worden naar een meer open verblijfplek. De kinderrechter zal de behandeling van het verzoek voor het overige aanhouden tot een nader te bepalen zitting. De kinderrechter verzoekt de gecertificeerde instelling uiterlijk twee weken voor de nader te bepalen zitting een
schriftelijke updateaan de rechtbank en de advocaat van [naam01] toe te sturen, met daarin de vorderingen tot dan toe. De kinderrechter verzoekt ook om een
nieuwe instemmingsverklaringvan een onafhankelijke gedragswetenschapper die [naam01] tegen die tijd weer spreekt.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 8 november 2023 tot 2 februari 2024;
5.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot
een nader te bepalen zitting, gelegen voor 2 februari 2024,
bij voorkeur van mr. S.J. Huizenga,tegen welke zitting de gecertificeerde instelling, [naam01] en haar advocaat Y. Özdemir moeten worden opgeroepen.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2023 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.T. Verlinde als griffier, en op schrift gesteld op 14 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.