In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 30 november 2023, wordt het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 26 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 9 november 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 23 november 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Algerije een reëel risico loopt op ernstige schade. Eiser had verklaard dat hij vreesde voor de drugsbaas van wie hij geld had gestolen, maar de rechtbank oordeelt dat zijn verklaringen tegenstrijdig zijn en dat hij niet heeft aangetoond dat de Algerijnse autoriteiten niet in staat of bereid zouden zijn om hem te beschermen. Bovendien heeft eiser geen pogingen ondernomen om contact op te nemen met de politie in Algerije.
De rechtbank wijst ook het beroep van eiser op extreme armoede bij terugkeer naar Algerije af, omdat hij niet heeft onderbouwd dat hij in een dergelijke situatie terecht zal komen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de aanvraag af als kennelijk ongegrond, zonder vergoeding van proceskosten. Eiser kan binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.