ECLI:NL:RBDHA:2023:18533

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
NL23.31990
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D. Bruinse - Pot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de asielaanvraag van eiser in het kader van de Dublinverordening met betrekking tot Duitsland

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 27 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan, conform de Dublinverordening. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris in stand blijft.

De rechtbank behandelt de argumenten van eiser, die aanvoert dat het besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen. Eiser stelt dat hij niet is geïnformeerd over het niet verlenen van uitstel voor het aanleveren van bewijsstukken en dat hij geen e-mailadres heeft gekregen om een video op te sturen ter ondersteuning van zijn aanvraag. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet onzorgvuldig heeft gehandeld, aangezien er geen verplichting bestaat om op het uitstelverzoek te reageren en de staatssecretaris voldoende tijd heeft genomen om het besluit te nemen.

Daarnaast wordt ingegaan op de vraag of de staatssecretaris de asielaanvraag onverplicht aan zich had moeten trekken op basis van de band tussen eiser en een familielid. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de band tussen eiser en het familielid geen bijzondere reden vormt om af te zien van de overdracht aan Duitsland. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris terughoudend moet omgaan met de toepassing van de hardheidsclausule en dat er geen bewijs is dat eiser de aangewezen persoon is om voor het familielid te zorgen.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en zijn er geen gronden voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen in hoger beroep gaan binnen een week na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.31990

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2023 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. L.I. Siers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. S. Azzaoui).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 6 oktober 2023 waarin de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser niet in behandeling heeft genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep, samen met zaak NL23.31991, op 26 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dat betekent dat het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiser in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. [1] In dit geval heeft Nederland bij Duitsland een verzoek om terugname gedaan. Duitsland heeft dit verzoek op 26 juli 2023 aanvaard.
4.1.
Op 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris het voornemen om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen kenbaar gemaakt. Op 5 september 2023 heeft eiser een zienswijze ingediend. Eiser heeft daarin gevraagd om de besluitvorming aan te houden in afwachting van bewijs van de band tussen hem en de zus van zijn oom, [naam] . Ook heeft eiser gevraagd om een e-mailadres om een video naar toe te sturen waarop de hereniging van hem en [naam] te zien is in Nederland. Op 6 oktober 2023 heeft de staatssecretaris met het bestreden besluit de asielaanvraag niet in behandeling genomen. In het besluit staat dat de staatssecretaris niet tegemoetkomt aan de verzoeken om uitstel en om een e-mailadres kenbaar te maken.
Is het besluit zorgvuldig tot stand gekomen?
5. Eiser voert aan dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid. Ten eerste heeft de staatssecretaris eiser ten onrechte niet geïnformeerd dat geen uitstel zou worden verleend voor het aanleveren van bewijsstukken, voorafgaand aan het besluit.
Eiser wijst erop dat de overdrachtstermijn op 26 januari 2024 afloopt en er dus nog tijd was om uitstel te verlenen. Daarnaast heeft de staatssecretaris ten onrechte geen e-mailadres kenbaar gemaakt. Eiser heeft daardoor de video-opname van de hereniging van hem en [naam] niet op kunnen sturen ter onderbouwing van zijn beroep op artikel 17 van de Dublinverordening. Ook daarom is sprake van een zorgvuldigheidsgebrek.
5.1.
De rechtbank van is van oordeel dat de staatssecretaris niet onzorgvuldig heeft gehandeld door niet voorafgaand aan het bestreden besluit te reageren op het uitstelverzoek. Er bestaat geen rechtsregel die de staatssecretaris daartoe verplicht. Het uitstelverzoek voldoet ook niet aan de voorwaarden voor uitstel als bedoeld in paragraaf C1/2.12 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000). De staatssecretaris heeft daarom in dit geval met een gemotiveerde reactie in het bestreden besluit kunnen volstaan. Daar komt nog bij dat het bestreden besluit bijna een maand na het indienen van de zienswijze is genomen. Eiser heeft echter in deze periode geen aanvullende bewijsstukken overgelegd. De staatssecretaris heeft evenmin onzorgvuldig gehandeld door geen e-mailadres kenbaar te maken waar eiser de video naar toe had kunnen sturen. Op de video is volgens eiser de hereniging tussen hem en [naam] te zien en daaruit zou de sterke band tussen hen kunnen worden opgemaakt. De staatssecretaris stelt echter dat een beroep op artikel 17 van de Dublinverordening enkel kan slagen in uitzonderlijke omstandigheden en dat het bestaan van een innige band met een gezinslid daartoe onvoldoende is. Nadere bewijsvoering in de vorm van een video zou het standpunt van de staatssecretaris niet kunnen veranderen. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Had de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser onverplicht aan zich moeten trekken?
6. Eiser betoogt dat de staatssecretaris zijn asielaanvraag op grond van artikel 17, eerste en tweede lid, van de Dublinverordening onverplicht aan zich had moeten trekken door zijn band met [naam] . Eiser heeft in Syrië voor [naam] gezorgd en woont nu ook weer bij zijn oom en tante om hen te helpen bij de zorg voor [naam] . In beroep heeft eiser een medisch advies van 27 december 2018 van Argonaut overgelegd, dat ziet op de medische ontheffing van [naam] voor het inburgeringsexamen. Hierin staat, kort samengevat, dat zij niet in staat is om zelfstandig te functioneren, dat zij volledig afhankelijk is van ondersteuning en begeleiding bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen en dat zij niet in staat is om functioneel te praten en niet kan lezen en schrijven.
6.1.
Volgens paragraaf C2/5 van de Vc 2000 maakt de staatssecretaris terughoudend gebruik van de bevoegdheid om het verzoek om internationale bescherming te behandelen op grond van artikel 17 van de Dublinverordening, als Nederland daar op grond van in de verordening neergelegde criteria niet toe is verplicht. Gelet op de ruime mate van bestuurlijke vrijheid die de staatssecretaris heeft om de hardheidsclausule toe te passen, toetst de rechtbank deze beslissing van de staatssecretaris terughoudend. Uitgaande van de terughoudende toetsing is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen beslissen dat het bestaan van een innige band tussen eiser en [naam] geen dusdanig bijzondere reden is om af te zien van overdracht in Duitsland. De staatssecretaris heeft daarbij van belang kunnen achten dat uit de verklaring van Argonaut blijkt dat [naam] afhankelijk is van derden, maar dat niet is gebleken dat eiser de aangewezen persoon is om voor haar te zorgen. Ook heeft de staatssecretaris bij de beoordeling kunnen betrekken dat [naam] al vijf jaar in Nederland woont en hier wordt verzorgd door andere familieleden, en dat niet is onderbouwd dat dit niet langer mogelijk is. Hoewel de rechtbank de wens van eiser om voor [naam] te zorgen begrijpt, was de staatssecretaris niet gehouden om de asielaanvraag van eiser om die reden in behandeling te nemen. Deze beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

7. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat daarom geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Bruinse - Pot, rechter, in aanwezigheid van mr. H.C.M. Pijnenburg, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.