ECLI:NL:RBDHA:2023:18542

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
NL23.36588
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgberoep bewaring en voortvarend handelen in uitzettingszaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 november 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser is op 2 augustus 2023 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op 24 november 2023.

De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, aangezien er voldoende voortgang is geboekt in het uitzettingsproces. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld, maar de rechtbank concludeert dat de acties van verweerder, waaronder het voeren van vertrekgesprekken en het aanvragen van een laissez-passer bij de Marokkaanse autoriteiten, adequaat zijn geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitzetting van eiser op 27 november 2023 gepland staat en dat er geen reden is om te oordelen dat het voortduren van de maatregel onrechtmatig is.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier W. van Loon, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.36588

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. S. Benayad),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 2 augustus 2023 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw [1] opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten op 24 november 2023.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1994 en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. [2] Daarom staat nu alleen ter beoordeling of de maatregel van bewaring rechtmatig is vanaf het moment van het sluiten van het onderzoek in het laatste vervolgberoep op 30 oktober 2023.
4. Eiser voert aan dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Eiser verblijft al bijna vier maanden in bewaring en heeft steeds meegewerkt aan zijn uitzetting. Dat nu pas een vlucht is geboekt voor 27 november 2023 maakt dat het uitzettingstraject te lang heeft geduurd.
5. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat verweerder sinds de sluiting van het onderzoek in het vorige vervolgberoep vertrekgesprekken met eiser heeft gevoerd op 14 en 15 november 2023. Op 2 november 2023 heeft verweerder schriftelijk gerappelleerd bij de Marokkaanse autoriteiten. Op 14 november 2023 is een lp [3] toegezegd door de Marokkaanse autoriteiten, op 15 november 2023 is de vluchtaanvraag doorgestuurd en op 17 november 2023 is de lp doorgezonden naar de afdeling Boekingen. Gelet hierop ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld aan de uitzetting van eiser, die op 27 november 2023 zal plaatsvinden. Dat de lp niet eerder is afgegeven door de Marokkaanse autoriteiten, is dan ook niet te wijten aan het handelen van verweerder.
6. Ook de ambtshalve toetsing leidt niet tot het oordeel dat het voortduren
van de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig
moment onrechtmatig was.
7. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Uitspraken van deze rechtbank en zittingsplaats van 14 augustus 2023 (NL23.22606), 26 september 2023 (NL23.28728) en 2 november 2023 (NL23.33711).
3.Laissez-passer.