ECLI:NL:RBDHA:2023:18557
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake tijdelijke bescherming voor Oekraïners
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn recht op tijdelijke bescherming eindigt op 4 september 2023. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 27 november 2023, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van het beroep begon op 19 augustus 2023 en eindigde op 15 september 2023, maar het beroepschrift werd pas op 28 september 2023 ingediend. De rechtbank oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, ondanks de argumenten van de gemachtigde dat de eiser de taal niet spreekt en dat er vertraging was in het verkrijgen van het dossier. De rechtbank benadrukt dat de eiser tijdig een gemachtigde had kunnen verkrijgen en dat de gemachtigde binnen de termijn stukken had kunnen opvragen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijk oordeel wordt gegeven over het bestreden besluit en dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.