ECLI:NL:RBDHA:2023:18559
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 november 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.J.J. Flantua, in beroep ging tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 12 september 2023, hield in dat de asielaanvraag van de eiser niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 23 november 2023 behandeld in Breda, waar de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. Eiser voerde aan dat hij geen asiel had aangevraagd in Duitsland, maar de rechtbank oordeelde dat hij wel degelijk als asielzoeker geregistreerd stond in het Eurodac-systeem. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had aangenomen dat Duitsland verantwoordelijk was voor de asielaanvraag. Eiser had ook bijzondere omstandigheden aangevoerd, zoals de gang van zaken in Duitsland en zijn familie in Nederland, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om de verantwoordelijkheid van Duitsland te betwisten. De rechtbank benadrukte dat de intentie van de eiser om geen asiel aan te vragen in Duitsland niet relevant was voor de toepassing van de Dublinverordening.
De rechtbank besloot dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden en dat de uitspraak openbaar werd gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.