ECLI:NL:RBDHA:2023:18644
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander uit Oekraïne
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzoek van een Nigeriaanse verzoeker die tijdelijke bescherming had aangevraagd op basis van de Richtlijn 2001/55/EG. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 23 augustus 2023 besloten dat het recht op tijdelijke bescherming van de verzoeker zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 7 november 2023, waar zowel de gemachtigde van de verzoeker als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft op 1 december 2023 uitspraak gedaan. Aangezien er inmiddels uitspraak was gedaan op het beroep (zaaknummer NL23.24983), was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.