ECLI:NL:RBDHA:2023:18719

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
NL23.24219
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van eiseres van Venezolaanse nationaliteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat aan eiseres, een Venezolaanse vrouw, was opgelegd. Eiseres had eerder al een terugkeerbesluit ontvangen op 14 oktober 2021, maar was niet binnen de gestelde termijn van 28 dagen vertrokken. De rechtbank oordeelde dat het nieuwe terugkeerbesluit van 22 augustus 2023 onverplicht en ten overvloede was genomen, omdat het eerdere besluit nog steeds van kracht was. Hierdoor was de rechtbank onbevoegd om het beroep tegen het terugkeerbesluit te behandelen.

Eiseres voerde aan dat het inreisverbod, dat voor de duur van twee jaar was opgelegd, niet in stand had moeten blijven vanwege haar persoonlijke omstandigheden, waaronder het feit dat zij weduwe is en vijf kinderen heeft. De rechtbank overwoog dat verweerder voldoende had gemotiveerd waarom het inreisverbod niet kon worden verkort. Eiseres had tijdens het gehoor aangegeven geen probleem te hebben met het inreisverbod en zou terugkeren naar Venezuela. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep tegen het inreisverbod ongegrond.

De uitspraak werd openbaar gemaakt op 8 september 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.24219
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H. Palanciyan), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. F van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 22 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiseres een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Partijen hebben toestemming gegeven om op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de zaak af te doen zonder een zitting. Partijen hebben de gelegenheid gekregen voor een schriftelijke uitwisseling van standpunten. Eiseres heeft op 28 augustus 2023 beroepsgronden ingediend. Verweerder heeft op 29 augustus 2023 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens op 1 september 2023 gesloten.

Overwegingen

1. Eiseres stelt van Venezolaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1985] .
2. De rechtbank ziet zich eerst gesteld voor de vraag of het bestreden terugkeerbesluit van 22 augustus 2023 onverplicht en ten overvloede is genomen. Bij besluit van 14 oktober 2021 is aan eiseres al eerder een terugkeerbesluit (het eerdere terugkeerbesluit) opgelegd. Op grond van wat partijen naar voren hebben gebracht, is niet gebleken dat zich vervolgens relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de verblijfsrechtelijke situatie van eiseres. Evenmin is gebleken dat zij na de uitreiking van het eerdere terugkeerbesluit de EU heeft verlaten, zodat dat besluit nog steeds van kracht is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het bestreden terugkeerbesluit onverplicht en ten overvloede is genomen en geen nieuwe rechtsgevolgen in het leven roept die niet al eerder waren ontstaan. Het bestreden terugkeerbesluit is dus geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, zodat de rechtbank onbevoegd is kennis te nemen van het beroep voor zover dat is gericht tegen het
terugkeerbesluit. Het beroep tegen het terugkeerbesluit behoeft dan ook geen verdere bespreking.
3. Eiseres voert aan dat verweerder van het inreisverbod had moeten afzien of de duur daarvan had moeten verkorten in verband met haar persoonlijke omstandigheden. Eiseres is weduwe en heeft vijf kinderen. Zij is de enige kostwinner en zij zou zich in Spanje of Portugal kunnen vestigen. Het inreisverbod heeft vergaande gevolgen voor eiseres.
4. De rechtbank overweegt als volgt. In het terugkeerbesluit van 14 oktober 2021 heeft verweerder aan eiseres een vertrektermijn van 28 dagen opgelegd. Eiseres is niet binnen deze termijn uit eigen beweging vertrokken.1 Op grond van artikel 66a van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) kon verweerder een inreisverbod aan eiseres opleggen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder voldoende gemotiveerd waarom in dit geval daarvan niet hoefde te worden afgezien. Verweerder hoefde ook geen inreisverbod voor kortere duur op te leggen. In dit verband is van belang dat eiseres tijdens het gehoor op 22 augustus 2023 uitsluitend heeft aangegeven dat zij geen probleem heeft met het inreisverbod en zal terugkeren naar Venezuela. Verweerder heeft er verder terecht op gewezen dat niet is gebleken dat eiseres familie of zakelijke belangen heeft in Europa en dat zij om opheffing van het inreisverbod kan vragen als zij in de toekomst rechtmatig verblijf in Europa kan krijgen. De beroepsgrond slaagt niet. Het beroep tegen het inreisverbod is dus ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het beroep tegen het terugkeerbesluit;
  • verklaart het beroep tegen het bestreden besluit voor het overige ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
1. Uit Nederland, de EU, de EER en Zwitserland.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
08 september 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.