In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Nigeriaanse man, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 28 december 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris op 27 oktober 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 20 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de afwijzing van de asielaanvraag terecht heeft gedaan. Eiser heeft aangevoerd dat hij vanwege zijn seksuele gerichtheid niet terug kan keren naar Nigeria en dat hij problemen heeft met de cultgroep Vikings en mensenhandelaren. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet ten onrechte de gestelde homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig acht. Eiser heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn persoonlijke gedachten en gevoelens over zijn geaardheid, en zijn verklaringen zijn tegenstrijdig. De rechtbank stelt vast dat eiser niet consistent is in zijn verklaringen over de repressie die hij heeft ervaren en dat hij geen verklaring heeft gegeven voor de tegenstrijdigheden in zijn verhaal.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser Nederland moet verlaten en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.