ECLI:NL:RBDHA:2023:18777

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
NL23.9118
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • L. Willems - Keekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Burundese nationaliteit met een V-nummer, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd op 24 maart 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond, op basis van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 1 juni 2023, waarbij verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, in aanwezigheid van mr. F. Aissa als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op dezelfde dag in een andere zaak (NL23.9117), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.9118

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Burundese nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. I.M. Hidding),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 24 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), eerste lid, juncto artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, Vw.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met zaaknummer NL23.9117, op 1 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.
Overwegingen
1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.9117, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.