ECLI:NL:RBDHA:2023:18833
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na niet-ontvankelijk verklaring aanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een vreemdelingenrechtelijke procedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Szirmai, had tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, gedateerd 18 september 2023, verklaarde de aanvraag van verzoeker niet-ontvankelijk op basis van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Verzoeker kreeg het bevel om onmiddellijk naar Cyprus te gaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 17 oktober 2023, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.D. Albarda. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er reeds een uitspraak was gedaan in een aanverwante zaak (NL23.30539), waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om die reden afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. S. Derks, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.