ECLI:NL:RBDHA:2023:18847
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. B.W. Zagers, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 oktober 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 20 november 2023 in Groningen, waar verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL23.34172), het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris wel veroordeeld in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 1.674,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand die door een derde is verleend.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.