ECLI:NL:RBDHA:2023:18890

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
NL23.29944
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 19 september 2023 afgewezen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 2 november 2023 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M.G.Th. Omtzigt, en de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door P. Zijlstra.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, op basis van de Dublinverordening. Eiseres had eerder een visum voor Frankrijk en haar asielaanvraag in Nederland werd ingediend binnen de geldigheidsduur van dat visum. Eiseres voerde aan dat zij zich onveilig voelde in Frankrijk vanwege haar verleden van moderne slavernij bij een Saoedische familie, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de Franse autoriteiten haar niet zouden kunnen helpen.

De rechtbank stelt vast dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar medische situatie in Frankrijk niet adequaat behandeld zou kunnen worden. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet hoefde in te gaan op de medische omstandigheden van eiseres, omdat niet is aangetoond dat Frankrijk niet dezelfde zorg kan bieden als Nederland. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft en eiseres geen proceskostenvergoeding ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.29944

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.G.Th. Omtzigt),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: P. Zijlstra).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van
19 september 2023 niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Ook is er een tolk verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
.Dat betekent dat eiseres ongelijk krijgt en het niet in behandeling nemen van haar aanvraag in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. [1] In dit geval heeft Nederland bij Frankrijk een verzoek om overname gedaan. Frankrijk heeft dit verzoek aanvaard.
4.1.
Uit het EU-VIS resultaat is gebleken dat Frankrijk op 26 februari 2023 een visum kort verblijf aan eiseres heeft verleend met een geldigheidsduur van 8 maart 2023 tot 22 april 2023. Het visum was minder dan 6 maanden geleden verlopen ten tijde van de asielaanvraag van eiseres in Nederland op 8 mei 2023.
4.2.
In het bestreden besluit heeft de staatssecretaris geconcludeerd dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres. De persoonlijke en medische omstandigheden die eiseres heeft aangevoerd leiden volgens de staatssecretaris niet tot een andersluidend besluit.
Welke lidstaat is verantwoordelijk voor de asielaanvraag?
5. Eiseres voert aan dat zij niet terug kan naar Frankrijk, omdat zij zich daar onveilig voelt. Eiseres betoogt dat zij 22 jaar in een constructie van moderne slavernij heeft verbleven bij een Saoedische familie. Zij verrichtte huishoudelijk werk, werd slecht of niet betaald en kon niet stoppen met werken omdat haar werkgever over haar documenten beschikte. Eiseres is in het voorjaar van 2023 door deze familie meegenomen naar Frankrijk omdat de familie daar op vakantie ging. Op een dag, toen men vergeten was om de deur op slot te doen, wist zij te ontsnappen uit de vakantiewoning en is zij naar Nederland gekomen. Eiseres voelt zich in Nederland veilig omdat men haar hier niet kan opsporen maar is
bang dat dat in Frankrijk wel kan, omdat de Saoedische familie daar veel contacten had. Eiseres betoogt dat zij door de ervaringen in Saoedi-Arabië en Frankrijk getraumatiseerd is geraakt. Daarnaast ontvangt eiseres in Nederland medische hulp voor behandeling van oorletsel als gevolg van mishandeling door de Saoedische familie waarvoor zij werkzaam was. Eiseres hoort met haar rechteroor vrijwel niets. Zij heeft in Nederland een gehoorapparaat gekregen. Op de zitting heeft eiseres gesteld dat zij in Nederland ook behandeld wordt voor maag- en darmklachten en cholesterol-problematiek.
Eiseres betoogt dat haar situatie dusdanig schrijnend is dat niet van haar verlangd kan worden dat zij terugkeert naar Frankrijk. Zij heeft in Frankrijk geen medische hulp gekregen. Eiseres heeft verder een brief van haar petekind van 9 oktober 2023 overgelegd, waarin wordt verzocht om aan eiseres steun te bieden Volgens eiseres heeft de staatssecretaris in de besluitvorming onvoldoende rekening gehouden met haar persoonlijke situatie.
Oordeel van de rechtbank
Toetsingskader
6. De rechtbank stelt voorop dat de staatssecretaris ten aanzien van Frankrijk in beginsel van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan. [2] Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat dit in haar geval anders is.
7. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat in dit geval niet kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Met de staatssecretaris is de rechtbank van oordeel dat eiseres zich bij eventuele problemen kan melden bij de Franse autoriteiten. Niet gesteld, noch gebleken is dat de autoriteiten van Frankrijk haar niet kunnen of willen helpen. Ten aanzien van de medische omstandigheden van eiseres overweegt de rechtbank dat de staatssecretaris in het bestreden besluit terecht heeft overwogen dat niet aannemelijk is gemaakt dat Frankrijk niet dezelfde medische verzorgingsmogelijkheden voor eiseres heeft als Nederland. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat Nederland het meest aangewezen land zou zijn om haar medische problemen te behandelen. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij in Frankrijk geen toegang zal krijgen tot de voor haar benodigde zorg. Voor zover eiseres dat aannemelijk heeft willen maken met haar stelling dat zij in Frankrijk geen medische zorg heeft gekregen, overweegt de rechtbank dat niet is gebleken dat zij tijdens haar verblijf in Frankrijk een beroep op medische zorg heeft gedaan, zodat dat daar niet uit afgeleid kan worden.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris in de omstandigheid dat eiseres in Nederland een medische behandeling krijgt evenmin aanleiding hoeven zien om de behandeling van de asielaanvraag van eiseres op grond van artikel 17 van de Dublinverordening aan zich te trekken. Zoals hiervoor overwogen is niet gebleken dat zij in Frankrijk geen toegang zal hebben tot de benodigde medische zorg. In de door eiseres overgelegde brief van het petekind van eiseres heeft de staatssecretaris geen aanleiding hoeven zien om de asielaanvraag van eiseres aan zich te trekken op grond van artikel 16 van de Dublinverordening. De staatssecretaris heeft zich op de zitting terecht op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van een familieband tussen eiseres en haar petekind, terwijl ook niet is gebleken van zorg van dat petekind voor eiseres.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Zij krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, rechter, in aanwezigheid van mr. R.E.J. Jansen, griffier, en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
2.Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:715.