In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 19 september 2023 afgewezen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 2 november 2023 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M.G.Th. Omtzigt, en de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door P. Zijlstra.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, op basis van de Dublinverordening. Eiseres had eerder een visum voor Frankrijk en haar asielaanvraag in Nederland werd ingediend binnen de geldigheidsduur van dat visum. Eiseres voerde aan dat zij zich onveilig voelde in Frankrijk vanwege haar verleden van moderne slavernij bij een Saoedische familie, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de Franse autoriteiten haar niet zouden kunnen helpen.
De rechtbank stelt vast dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar medische situatie in Frankrijk niet adequaat behandeld zou kunnen worden. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet hoefde in te gaan op de medische omstandigheden van eiseres, omdat niet is aangetoond dat Frankrijk niet dezelfde zorg kan bieden als Nederland. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft en eiseres geen proceskostenvergoeding ontvangt.