ECLI:NL:RBDHA:2023:18892

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
NL23.29945
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Frankrijk

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde P. Zijlstra, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de verweerder in deze zaak, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoekster.

Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 2 november 2023 in Groningen, waar verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL23.29944).

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van griffier mr. R.E.J. Jansen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.29945

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.G.Th. Omtzigt),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: P. Zijlstra).

Procesverloop

Bij besluit van 19 september 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.29944, op 2 november 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook is er een tolk verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.29944, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.E.J. Jansen, griffier, en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.