Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening.
Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden overgedragen aan Frankrijk voordat er op zijn beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De voorzieningenrechter overwoog dat het belang van verzoeker om zijn beroep in Nederland af te wachten zwaarder weegt dan het belang van de staatssecretaris om verzoeker op korte termijn over te dragen aan Frankrijk.
De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Frankrijk totdat de rechtbank op het beroep heeft beslist. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 837. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.